Scout

Voer een show op

In het kaartspel Scout strijd je met jouw circusgezelschap om de beste shows op te voeren. Af en toe spioneer je bij de buren en scout je hun talenten voor jezelf.

De kaarten van het spel Scout hebben zowel bovenaan als onderaan een nummer. Zodra alle kaarten over de spelers verdeeld zijn, mag je ze bekijken. Je mag de oriëntatie van je hand kiezen (zoals uitgedeeld of de volledige hand omdraaien). Belangrijk is dat je de volgorde van de kaarten niet verandert.

Als je aan beurt bent, kan je:

1) een show opvoeren
Je legt één of meerdere kaarten af. De spelers links van je, moet nu ofwel een hogere kaart afleggen ofwel een set die bestaat uit meerdere kaarten. 

Even een voorbeeld van een beurt:
De eerste speler voert een show op en legt een kaart met het cijfer 2.
De speler links van hem kan nu hogere kaart afleggen, of een set die bestaat uit minstens 2 dezelfde kaarten, of een set die bestaat uit opeenvolgende kaarten.
Wanneer je een show opvoert, krijg je de kaart(en) die je overtroffen hebt.
Let op, alle kaarten die je aflegt, moeten wel naast elkaar in je hand zitten!

2) scouten
Je kan een kaart van de vorige speler zijn show scouten. Neem de kaart en stop ze op een plaats naar keuze in je hand. Je krijgt een scout fiche.

3) scout & show
Neem één van de kaarten die de vorige speler heeft afgelegd en leg deze samen af met kaarten uit je hand. Je krijgt een scout fiche.

De ronde eindigt wanneer alle kaarten van een speler op zijn of wanneer een spelers terug aan beurt komt nadat alle andere spelers gescout hebben. 

Je krijgt punten voor alle gewonnen kaarten en scout fiches. Kaarten die je nog in je hand hebt, zijn strafpunten. De speler met de meeste punten, wint het kaartspel Scout.